Hoe het boerenleven uit Helpman verdween
Het is niet nieuw: stadsuitbreiding slokt stukken weiland en de bijbehorende boerderijen op. In Groningen is het niet anders. Door de aanleg van de nieuwe wijken De Wijert, Coendersborg en Groenestein moesten de laatste boeren in Helpman stoppen met hun bedrijf. Helpman telde veel boerderijen. Daarvan zijn er nog maar een paar over, als woonboerderij, partycentrum of kindercrèche. Je kunt ze nog vinden aan de Helper Westsingel, in park Groenestein, in landgoed De Coendersborg, aan de Helper Kerkstraat en aan de Verlengde Hereweg.
Toen er eind 1800 plannen werden gemaakt om Helpman naar het westen uit te breiden stond er een boerderij in de weg, die van de familie Buirma. Precies op de plek waar de boerderij stond, plande de gemeente het begin van de Helper Brink, als ontsluitingsweg naar de nieuwe wijk Helpman West. Besloten werd om schuin achter de boerderij een kopie van de boerderij te bouwen. Die ‘nieuwe boerderij’ verrees er in 1898 en ligt tegenwoordig verscholen aan de Verlengde Hereweg, achter restaurant Uit de Buurt en Oudman Schoenen.
Pas in 1912 werd de oorspronkelijke boerderij afgebroken en kon begonnen worden met de aanleg van de Helper Brink en de nieuwe wijk.
Toen begin jaren zestig werd begonnen met de aanleg van De Wijert en de pacht van landerijen werd beëindigd stopte ook het bedrijf van de familie Buirma. In 1983 overleed de laatste bewoner en werd Abel Buirma uit Rolde, kleinzoon van de eerste bewoner, de nieuwe eigenaar. Hij zet in 1998 de boerderij te koop. In een interview in het Nieuwsblad van het Noorden uit die tijd zegt hij: ‘De gemeente Groningen heeft in het verleden wel eens een veel te laag bod gedaan en toen wilde ik de boerderij nog niet kwijt. Ik vond het bod te laag en ik was gehecht aan de boerderij.’ De eerste koper is zakenman Van Dansik, die in het Noorden ook asielzoekerscentra exploiteerde. In 2000 wil Van Dansik de boerderij alweer verkopen, maar in de tussentijd hebben krakers het in bezit genomen en ‘een beetje verbouwd’. Als Van Dansik het kortgeding tegen de krakers wint, verkoopt hij het pand aan een echtpaar uit Marum. Wat zij aantreffen is een oude, vervallen boerderij met nog de originele stallen, gebinten die door vuur zijn aangetast, muren die bij een beste wind omvallen, kortom, veel achterstallig onderhoud. Bovendien krijgen de nieuwe bewoners te maken met een zogenaamd kettingbeding: in het koopcontract dat Abel Buirma destijds met Van Dansik had afgesloten, stond vermeld dat de boerderij van buiten in de originele staat moest blijven. Een probleem als de nieuwe bewoners van de deel een woonkamer willen maken en er een glazen wand in willen plaatsen. Omdat voor elkaar te krijgen moesten ze onderhandelen met Abel over de ontbinding van het kettingbeding. Hij ging akkoord, maar had als voorwaarde dat de nieuwe bewoners een (substantieel) bedrag voor ‘het goede doel’ aan hem moesten overmaken. Of hij zelf dat goede doel was, laten de nieuwe bewoners maar in het midden… Uiteindelijk hebben ze, ook zonder het geld voor ‘het goede doel’ over te maken, alles volgens plan gerealiseerd en er een fantastische woonboerderij van gemaakt, waar ze met heel veel plezier wonen. Toen de verbouwing van de boerderij achter de rug was, werd de tuin aangelegd en kwam er bij het graven een aantal zware ijzeren kanonskogels tevoorschijn. Bekend is dat Bommen Berend tijdens het beleg van Groningen in 1672 zijn kamp in Helpman had opgeslagen. Waarschijnlijk had hij hier een munitieopslagplaats.
Op de boerderij aan Helper Kerkstraat, anno 1896, boerde Geert Buirma, zoon van de eerste bewoner. Hij had landerijen aan de Esserweg en achter wat nu Coendersborg en De Wijert Zuid is. Toen met de bouw van De Wijert Zuid en Coendersborg werd begonnen, eindigde de pacht en had hij alleen nog 12 koeien en landerijen aan de Esserweg over. Maar daarvan kon hij niet leven. Zo kwam hij bij de gemeente in dienst en werd hij boer/ambtenaar. Hij deed uiteindelijk ook zijn koeien weg en hield nog wat varkens en mestvee aan. In een interview in het Nieuwsblad van het Noorden zei Buirma: ‘Probleem voor enkele omwonenden is soms nog wel eens de mestgeur achter het huis. Vooral nieuwe bewoners van de Helper Brink willen nog wel eens klagen. De oude buren hebben er geen enkele last van. Het is toch eigenlijk te gek. Vroeger gingen zieke kinderen naar de boerderij om op te knappen in gezonde lucht. Nu zou deze lucht hier plotseling ongezond zijn.’ Toen Geert was overleden, zette zijn vrouw nog een tijdje het bedrijf voort, maar zij stopte in 1983 en was daarmee de laatste boerin van Helpman.
En nog steeds, al zo'n 126 jaar, staat de boerderij er. En nog steeds woont er een Buirma, zoon van Geert, zij het niet als boer.
Maart 2022