De Helperkerk door de eeuwen heen:
Sint-Jurgensgasthuis: De oudste aanduiding van een "kerkgebouw" in de omgeving van Helpman dateert uit 1434. Dit leprozen gasthuis met kapel stond buiten de stadswallen. De plaats van het gasthuis is niet met zekerheid vast te stellen, men vermoedt dat het stond op de plek van het huidige voormalige Rooms-Katholiek Ziekenhuis of waar nu Hilghestede staat. Omdat er steeds minder melaatsen waren, werd het gasthuis gaandeweg armenhuis.
De Sint Maartenskerk (Martinikerk) was ver verwijderd, dus fungeerde de kapel van het Sint-Jurgensgasthuis voor de Helpers als parochiekerk.
Geheime samenkomsten: In Helpman woonden twee uitgesproken aanhangers en beschermers van "de nieuwe leer".
De één, jonker Wolter Huijghe, woonde op het landgoed De Wijert en de ander, jonker Derck Coenders, op de Coendersborg. Beiden waren ze van de evangelische richting en ook voormannen van de hervormingsgezinden in Groningen. Coenders bood bovendien de Helpense predikanten onderdak.
Hagenpreken: In 1565 werd vanuit Groningen een dringend beroep gedaan op de kerkenraad van Emden om een "bequam dener" te zenden om in de gemeente preken. Zo werd onder andere dominee Wicher Mellesius naar Helpman gestuurd. De preken van Mellesius brachten enorme massa's op de been. Niet alleen uit de stad, maar ook uit de wijde omgeving kwamen mensen om de evangelische prediking te horen. De kapel van het Sint-Jurgensgasthuis was 's zondags overvol en nog later bood de kerk niet voldoende ruimte meer en werden de diensten op het kerkhof gehouden. Maar de toeloop werd zo groot, dat de diensten op de weilanden bij de Coendersborg werden gehouden. Op één zondag, voor en na de middag, zouden er volgens zeggen zo'n zes- tot achtduizend mensen aanwezig zijn geweest bij deze "hagenpreken". De burgemeester en de raad van Groningen besloten in september 1566 de Franciscanerkerk of Broederkerk voor de protestanten vrij te maken. Deze kerk stond waar nu de Universiteitsbibliotheek is gevestigd. De vrije uitoefening van de hervormde religie zou evenwel van korte duur zijn. Onder de bedreigingen van landvoogdes Margaretha van Parma in Brussel werd de kerk op 7 maart 1567 alweer gesloten. Met de komst van Margaretha's gezant Alva was het met de kerkdiensten helemaal gebeurd en velen namen de wijk naar Oost-Friesland en Burgsteinfurt. Ook de families Coenders en Huijghe zochten een goed heenkomen, in Emden.
In 1577 was het voor Derck Coenders veilig genoeg op zijn borg terug te keren. Landgoed De Wijert werd in datzelfde jaar verkocht aan de protestantse gravin Tho Benthem. Helpman was toen een van de eerste plaatsen waar de protestanten zich verenigden, overigens zonder kerkgebouw.
Toen in 1594 prins Maurits van Oranje met zijn leger de stad Groningen innam en de Spanjaarden de aftocht bliezen, werd de hervormde/gereformeerde geloofsrichting de enig officieel toegestane religie. In dat jaar werden dominee Menso Alting en Feito Ruardi de eerste predikanten in de stad Groningen. De inwoners van Helpman waren voor hun kerkdiensten aangewezen op de Martinikerk. De Martinikerk was in die tijd ver en moeilijk bereikbaar: te bereiken via de Hereweg, een zandweg door heuvelig landschap en via de Oosterweg, eveneens een zandpad. Pas in 1824 werd er een heuse weg aangelegd die Groningen, Helpman en De Punt met elkaar verbond. Er zijn door de eeuwen heen vele, vergeefse pogingen gedaan om tot de stichting van een eigen kerkgebouw te komen.
1850-1900: In de tweede helft van de vorige eeuw werd in Helpman onder verantwoordelijkheid van de Groningse kerkenraad catechisatie gegeven, in eerste instantie door de schoolmeester. Toen Helpman een nieuw schoolgebouw kreeg, waarin het niet meer mogelijk was kerkelijke bijeenkomsten te houden, werd er in 1875 een nieuw pand geopend. Het heeft dienst gedaan tot 1900. Dit evangelisatiegebouw staat er nog steeds: Helper Kerkstraat 4.
1900-1990: Pas tegen het einde van de 19e eeuw ontstonden er initiatieven om te komen tot de bouw van een echte kerk in Helpman. Zo verrees aan de Oosterweg (in Helpman nu Coendersweg) in 1900 een fraai karakteristiek kerkgebouw met slanke toren. Het hek vóór deze kerk was een geschenk van de familie Quintus, de bewoners van de buitenplaats Groenestein. De inwijding van de kerk, met haar geveltekst "Komt laat ons aanbidden", vond plaats op 23 december 1900. Gedurende 90 jaar hebben vele generaties hier hun geloof beleden.In het kader van het "Samen-op-weg-proces" van de hervormde en gereformeerde kerken werd eind 1990 de Helperkerk verkocht. De hervormde gemeente ging gezamenlijke diensten houden in kerkgebouw De Ark aan de Haydnlaan. Het Nieuwsblad van het Noorden wist in December 1990 onder grote kop te melden: "De lichten gaan uit in de Helperkerk".
Einde verhaal? Of toch niet? Vanaf 1991 branden de lichten weer volop in de Helperkerk. De Evangelische Gemeente Helperkerk heeft zowel kerk als wijkgebouw sinds juli 1991 intensief in gebruik. Het evangelie van Jezus Christus wordt elke zondag uitgedragen aan een groeiend aantal gelovigen en geïnteresseerden uit de gehele stad, provincie en de kop van Drenthe.