Van strafgevangenis naar Forensisch Psychiatrisch Centrum
Van oorsprong was het gebouw aan de Hereweg een strafgevangenis voor ‘recidiverende criminelen en booswichten’. Het verrees tussen 1882 en 1883 als vleugelgevangenis in eclectische stijl naar ontwerp van justitie-architect Johan Metzelaar volgens de toen nieuwe principes van het cellulaire systeem één op één cel. Het was de eerste van een reeks vleugelgevangenissen die Johan Metzelaar en zijn zoon Willem Metzelaar in Nederland bouwden in het kader van het nieuwe Wetboek van Strafrecht uit 1881. De kosten bedroegen ongeveer 800.000 gulden en in maart 1884 werd de gevangenis geopend en gevuld met ‘booswichten, dieven en oplichters’.
De gevangenis rond 1900 met op de voorgrond het Helperdiepje, met de watertoren en het Sterrebos
Onmenselijke omstandigheden
Vóór 1881 worden criminelen in de gevangenis met tientallen tegelijk opgesloten in een ruimte.
Dan waait er een nieuw soort straf over uit Amerika: één persoon per cel. Dit cellulaire systeem houdt in dat bij binnenkomst in de gevangenis de gevangene zijn naam verliest en een nummer krijgt dat hij altijd op zijn kleding moet dragen. De gevangene mag door de bewaarders alleen met dit nummer worden aangesproken, contact tussen gevangenen is absoluut verboden. Men is bang dat de gevangenen elkaar aansteken met hun criminele gedrag. Een half uur per dag luchten en op zondag verplicht naar de kerk is de standaard. De cellulaire straf in de gevangenissen van Nederland duurt maximaal vijf jaar. De eventueel resterende straf brengt de gevangene door in ‘beperkte gemeenschap’. Ook dit nieuwe gevangenissysteem is allesbehalve humaan, maar wordt in die tijd wel als rechtvaardig beschouwd. In de loop der tijd wordt het beleid in de Nederlandse gevangenissen milder. In Groningen gebeurt dat vanaf 1939.
Vergaande veranderingen na de Tweede Wereldoorlog
Na de oorlog komt in alle gevangenissen een einde aan de onmenselijke manier van opsluiting. In het gevangeniswezen worden vergaande veranderingen doorgevoerd. De cellen worden gezelliger gemaakt (volgens de mode van de tijd ingericht) en er komt meer aandacht voor onderwijs en sport.
1952: in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog blijft het aantal ter-beschikking-van-de-regering-gestelden in Nederland groeien. De zuidvleugel van de Groningse gevangenis wordt daarom op 27 juni deels ‘noodasiel voor psychopaten’. De eerste vijf ‘criminele psychopaten’ worden nog diezelfde dag opgenomen. Er verandert weinig in het regime van de gevangenis en ook het personeel verandert niet. De Groningse gevangenis en noodasiel voor tbr-gestelden wordt tien jaar lang bevolkt door ‘gewone’ gevangenen én tbr-gestelden.
1958: de bestemming van de gevangenis wordt uitgebreid met ‘psychisch gestoorde gedetineerden’. De ‘gewone’ criminelen worden overgebracht naar de gevangenis in Leeuwarden.
1962: in de jaren ‘60 komt de overgang van gevangenis naar tbr-inrichting op gang; een psychiater wordt geneesheer-directeur en daarmee verandert het regime. Er komen gedragsdeskundigen in dienst om de tbr-gestelden te behandelen en een groot deel van de bewaarders wordt omgeschoold tot groepsleider of sociotherapeutisch medewerker. Vanaf 1 januari 1962 verblijven er in de strafgevangenis van Groningen alleen nog maar tbr-gestelden. De inrichting wordt uitsluitend Rijksasiel voor psychopaten. De overige gevangenen worden overgebracht naar Veenhuizen
Dr. S. van Mesdag
Het nieuwe regime rechtvaardigt een nieuwe naam, waarin het behandelaspect meer naar voren komt. Het Rijksasiel wordt Dr. S. van Mesdaginrichting genoemd naar Dr. Synco van Mesdag*. Het oude gevangenisgebouw is niet geschikt voor de behandeling van patiënten. Vandaar dat in 1969 wordt begonnen met de eerste fase van de nieuwbouw van de Dr. S van Mesdagkliniek. Er komen nieuwe arbeidstherapiezalen, gebouwen voor directie en administratie, een sportzaal, een recreatie-zaal, ruimtes voor creatieve therapie en onderwijs en een bibliotheek. In 1976 wordt de hoofdpoort van het oude gebouw aan de Hereweg gesloten en krijgt het gebouw een nieuwe ingang aan Engelse Kamp.
In de jaren ‘80 wordt duidelijk dat het meer dan honderd jaar oude gevangenisgebouw niet meer voldoet aan de eisen van een kliniek. Het monumentale gebouw wordt grondig onder handen genomen en aangepast aan de eisen van de moderne tijd. Vanwege een landelijk tekort aan tbs-plaatsen wordt in de jaren ‘90 besloten het aantal plaatsen in de Mesdagkliniek uit te breiden van 94 naar 157. Op het achterterrein van de kliniek worden nieuwe woonafdelingen en een aantal activiteiten- en therapieruimten gebouwd. Door alle ruimtes in de kliniek goed te benutten, door interne verbouwingen en door het uitplaatsen van patiënten in de laatste fase van hun behandeling naar andere instellingen, is FPC Dr. S. van Mesdag eind 2010 verantwoordelijk voor circa 230 patiënten.
In oktober 2011 is de capaciteit van de Mesdag opnieuw uitgebreid tot circa 260 plaatsen.
De hoofdingang verhuist van Engelse Kamp naar Helperlinie.
* Dr. Synco van Mesdag, Groningen 1869-1941, was achtereenvolgens huisarts in Groningen, geneesheer bij de Rijkswerkinrichtingen in Veenhuizen, geneesheer bij het krankzinnigengesticht in Franeker geneesheer in de strafgevangenis in Groningen. In deze laatste functie verbeterde hij de opleiding van gevangenisbewaarders. Van Mesdag meende dat behandelen van delinquenten zinvoller was dan opsluiten.